Hoe plak je een Fietsband?

1

Zet je fiets op z’n kop en kijk of je in de band iets scherps zoals steentjes of glas kunt vinden. Draai het wiel tot het ventiel bovenaan zit.

2

Draai het ventiel los en laat de band leeglopen. Haal het ventiel eruit en bewaar het in het bandenplakdoosje.

3

Steek de bandenlichters tussen het wiel en de band, op ongeveer 10 cm van elkaar af.
Een stukje van het ventiel af. Haak daarna de bandenlichters achter de spaken.

4

Haal de buitenband voorzichtig aan één kant los door met de buitenste bandenlichter tussen de buitenband en het wiel te bewegen.
Duw het ventiel door het gat en trek de binnenband naar buiten.

5

Zoek het gaatje! Zet het ventiel weer op de binnenband, pomp hem op en luister......... Hoor je iets sissen?
Voel met een natte vinger of je kunt vinden waar het gesis vandaan komt. Lukt het niet, zet dan een bakje met water naast je fiets en haal daar de opgepompte fietsband doorheen. Als je belletjes ziet is daar het gaatje!

Let op! Misschien zijn er meer gaatjes!

6

Laat de band leeglopen. Maak de band goed droog waar het gaatje zit. Zet met je stift een rondje om het gaatje.
Maak met het schuurpapier het stukje band waar het gaatje zit een beetje ruw. Iets groter dan het plakkertje. Pak een plakkertje en knip de hoekjes rond.

7

Doe wat lijm op het ruw gemaakte stukje op de band en veeg het uit. Wacht daarna een paar minuten. Plak de plakker er stevig op, even vasthouden en een kwartiertje laten drogen.

8

Ondertussen even je buitenband checken, van binnen en van buiten. Misschien zit daar nog iets scherps in.

9

Pomp de binnenband een beetje op en stop hem voorzichtig terug onder de buitenband. Zorg dat hij niet gevouwen zit. Leg de binnenband weer op het wiel.

10

Oppompen en klaar! Let op dat het ventiel op de goede plek zit!